zondag 14 maart 2010

& nee, een zouaaf is geen neger



een zouaaf was een soldaat uit het pauselijk leger uit de periode van 1860 tot 1870. Om meer te begrijpen van de zouaven geschiedenis moeten we eerst teruggaan naar het Italië van rond 1850. Italië bestond toen uit meerdere onafhankelijke staatjes en koninkrijkjes. In het midden van Italië lag de kerkelijke staat. De paus was niet alleen hoofd van de katholieke kerk maar tevens staatshoofd van deze staat. Rond 1850 ontstond er een beweging die streefde naar het tot stand komen van een verenigd Italië. Grote voorvechters van deze beweging waren Guisseppe Garibaldi en koning Victor Emanuel van het koninkrijkje Piëmont. De in 1846 tot paus Pius de negende gekroonde kerkvorst prakkiseerde er echter niet over om ook maar een stukje van zijn land af te staan. Hij kon rekenen op militaire steun van de Franse keizer Napoleon de derde. In 1864 moest de Franse keizer om politieke redenen zijn militaire steun verminderen. De paus besefte dat hij dan niet meer was opgewassen tegen zijn tegenstrevers en deed een beroep op de katholieke jongeren van Europa om hem militair te helpen door dienst de nemen in zijn leger, de zouaven. Zie http://www.zouavenmuseum.nl/ . Rondreizende priesters brachten ook in Nederland deze pauselijke oproep rond. In het Brabantse Oudenbosch liet een zekere pastoor Hellemons een zouaven opvangcentrum inrichten. De vrijwilligers die toe wilden treden gingen van hier uit door naar Brussel voor een medische keuring. Werden zij goedgekeurd dan tekenden zij een 2-jarig dienstverband. Vanuit Brussel ging het dan per trein via Parijs naar Marseille en vandaar per schip naar Rome. In totaal waren er onder de 11.036 geregistreerde zouaven 3181 Nederlanders. Vermoedelijk zijn het er meer geweest. Vanuit Brabant en Limburg gingen vrijwilligers op eigen houtje naar Brussel en werden toen gemakshalve als Belg geregistreerd. (In ieder geval is het een opmerkelijk hoog aantal. Er zijn in onze geschiedenis wel vaker Nederlanders in vreemde krijgsdienst getreden zoals tijdens de boerenoorlog, de Spaanse burgeroorlog en in de tweede wereldoorlog maar alleen in de tweede wereldoorlog waren het er meer als bij de zouaven). De beroemdste Nederlandse zouaaf is ongetwijfeld Pieter Jong uit Lutjebroek geworden. Deze sneuvelde op 18 oktober 1867 nadat hij, verstoken van munitie, zijn geweer als knuppel gebruikend, 14 tegenstanders doodgeslagen heeft. Dat gebeurde bij de slag om Monte Libretti. Hun grootste zegepraal behaalden de zouaven op 3 november 1867 bij de slag bij Mentana. Daar brachten 5000 Zouaven een verpletterende nederlaag toe aan 15.000 Garibaldisten. De weerklank van deze zege deed nogmaals vele vrijwilligers toestromen. Na deze veldslag zijn er voorlopig niet meer gevechten geweest dan schermutselingen met rondtrekkende struikroversbendes. In juli 1870 werden de laatste Franse militairen teruggetrokken. Dit betekende het einde van de kerkelijke staat. In september 1870 was de slag om Rome. De paus begreep dat 5000 zouaven het niet konden opnemen tegen 60.000 tegenstanders. Om verder bloedvergieten capituleerde hij. De zouaven werden krijgsgevangen gemaakt en binnen een week op de trein naar huis gezet. In oktober 1870 keerden de Zouaven in hun woonplaatsen terug en werden als helden ingehaald. Pas in 1929 werd er vrede gesloten tussen de paus en het koninkrijk Italië. Toen ontstond Vaticaanstad zoals wij dat heden nog kennen.

Over de zouaven zelf: Om zouaaf te kunnen worden moest men uiteraard in de eerste plaats katholiek zijn en een verklaring van goed gedrag van de plaatselijke pastoor kunnen overleggen. Ordinaire avonturiers en huurlingen werden afgewezen. De zouaaf werd gedreven door zijn geloof en door de overtuiging voor een rechtvaardige zaak te vechten. Hun strijdkreet was: "De zaak des pausen is de zaak van God!". Toch is er nog een belangrijke reden geweest om dienst te nemen: Men hoopte dat indien men met roem overladen thuiskwam dan zijn maatschappelijke en sociale positie aanmerkelijk zou kunnen verbeteren.

bron : zouaven uit Bussum

Geen opmerkingen: